Voetnoten Snuif

*

Mevrouw Dendarm liet door een jongen een briefje bezorgen voor ze zelf naar haar werk vertrok.*

De Dendarms hadden een lang en gelukkig huwelijk overleefd door zo weinig mogelijk met elkaar in aanraking te komen. Dat hadden ze weten te bereiken door het heel handig zo in te richten dat hij nachtdienst deed als zij overdag werkte en omgekeerd. Ze waren dit overeengekomen op basis van het feit dat iets anders hun romance bedorven zou hebben.
Snuif, p. 167
als ze de moed maar zou kunnen opbrengen om hem te vragen of hij inderdaad van de mannelijke kunnen* was.

Strikt gesproken bleef het geslacht van elke willekeurige dwerg een geheim tussen hem, of als dat het geval was, haar en zijn, of als dat het geval was, haar moeder, tot hij, of als dat het geval was, zij besloot om iemand anders ervan op de hoogte te stellen, hoewel je er over het algemeen wel achter kon komen als je dwergen wat nader observeerde en de lui die sherry of witte wijn dronken eruit pikte. Dit ging helaas niet altijd op bij dwergse politielui, want zoals alle agenten overal, dronken die alles wat sterk genoeg was om te vergeten waarmee ze die dag te maken hadden gehad.
Snuif, p. 169
De kobolden geloven niet in Tak†

Volgens de dwergse overlevering werd de wereld geschreven door Tak, die ook de overlevering schreef. Voor een dwerg is al het geschrevene heilig.
Snuif, p. 169
het koboldse equivalent van: 'Oh, kind, je ziet er fantastisch uit*.'

Hoe dat dan ook wordt weergegeven in een taal die klinkt alsof er iemand op een reusachtig pak chips staat te springen.
Snuif, p. 174
waar je niet de hele nacht klaarwakker ligt te luisteren naar hoe de muizen met de kakkerlakken vechten - hoera!*

Veldwachter Slotsoms hoop was wat dat betreft wat te hoog gegrepen: in Ankh-Meurbork hadden muizen en kakkerlakken besloten de strijdbijl te begraven om samen de mensen te lijf te gaan.
Snuif, p. 190
de verkeersopstoppingen in de stad*

Die in feite in elk geval een vast gegeven waren.
Snuif, p. 221
het ene hardgekookte ei en de vijf centimeter dikke snee brood die zijn rantsoen voor de hele tocht waren*

Gekke Aartje was, als fiegel, een heel goedkope wachter, wanneer je naging dat hij hap voor hap in een heel jaar evenveel at als een menselijke wachter in een week, hoewel hij, toegegeven, slok voor slok meer alcohol kon drinken in een week dan een menselijke wachter in een heel jaar.
Snuif, p. 222
Volgens de Omniërs was het [moord] de derde misdaad die ooit werd begaan!*

De eerste twee waren diefstal en schending van de openbare zeden.
Snuif, p. 226
Zeuns*

Een volk van zoetwater varensgasten die je overal op de Stovlakte kunt aantreffen. Men beweert dat ze niet kunnen liegen, hoewel deze informatie door de Zeuns zelf in omloop is gebracht, waardoor als het ware een filosofisch conundrum ontstond. In ieder geval blijft men erbij dat ze het idee van een leugen zo moeilijk te begrijpen vinden dat ze grote eerbied hebben voor de weinigen onder hendie de techniek onder de knie hebben weten te krijgen, en die bekleden dan ook steevast hoge posten in de Zeunse gemeenschap.
Snuff, p. 242
een rambreuk*

Technisch werd de oorzaak van het plotselinge wilde zwellen van de Ouwe Bedrieger in waterloopkundige handboeken beschreven als dambreuk, maar iedereen die de verwoestende kracht ervan had meegemaakt noemde het een rambreuk.
Snuif, p. 252
'Hareng!*

Stadswachter Bakkeljau kreeg toen hij bij de Wacht ging onmiddellijk de bijnaam Bokkem, want zo werkt het hoofd van een politieman nu eenmaal.
Snuif, p. 283
bijdraaien*

Of afdraaien of omdraaien, voor zover Flinx als walslurper aanging.
Snuif, p. 288
... met iets dat gegarandeerd alle nachtmerries wegjaagt, namelijk een kop hete thee.*

Het geluid van het zachte ratelen van een porseleinen kopje op een porseleinen schoteltje verjaagt alle spoken, een feit dat niet erg bekend is.
Snuif, p. 300
alle drie de Ondeugden*

De Drie Ondeugden waren blijkbaar de dochters van Blinde Io (maar je weet hoe de mensen kletsen); ze heetten Nudista, Pulchritudina en Voluptaria.
Snuif, p. 304
...een groot deel van het gezag van een smeris berust op het feit dat hij eruit ziet als een smeris*.

Dat wil zeggen, iets groters dan hij in werkelijkheid is, wat heel lelijk kan uitpakken als je denkt dat je deze smeris die nu voor je staat eens flink onderhanden kunt nemen omdat je tot je strot vol zit met bier.
Snuif, p. 306
...waar de klanten hun flessen gewoonlijk met hun tanden openmaakten*.

Of misschien wel die van iemand anders.
Snuif, p. 318
...en een heleboel zout en azijn, zodat de alikruiken eerder naar zout en azijnsmaakten dan naar alikruiken, want dat zou een ramp zijn*.

Voor wie er niet mee vertrouwd is; alikruiken zou je net als kokkels en wulken kunnen beschouwen als het snot van de zee.
Snuif, p. 321
Vrouwe Sibil haalde diep adem, wat verscheidene oudere heren op de voorste rijen bijna in tranen deed uitbarsten*.

Jaren geleden had iemand eens gezegd dat het aanschouwen van het stijgen en dalen van Sibil Ramkins ampele boezem je de geschiedenis van wereldrijken deed begrijpen.
Snuif, p. 329
Hij [Titulair Kaptein Bakkeljau uit Quorm] zegt dat hij het prima maakt en dat hij de avec erg lekker vindt.'*

Het uitwisselingsprogramma met de gendarmerie van Quorm werkte uitstekend; zij kregen onderricht in politiewerk in de stijl van Flinx, terwijl het eten in de kantine van de Pseudopolis Yard onherkenbaar verbeterd was door Kaptein Emile, ook al gebruikte hij veel te veel avec.
Snuif, p. 10
de ouderwetse, maar vertederende overtuiging dat de echtgenoot degene moest zijn die het eigendom bezat.*

En dus voortaan genoegen zou nemen met een bescheiden tweede stem in bijna elke huiselijke beslissing. Vrouwe Sibil koesterde het standpunt dat de wil van haar echtgenoot wet was voor de hele Stadswacht, terwijl die in haar eigen geval een beleefd voorstel was dat je minzaam in overweging moest nemen.
Snuif, p. 13
een brug bereikten die in de stad niet zou hebben misstaan.*

Op de rij blote dames langs de leuningen na. Ze droegen urnen; urnen zijn kunst.
Snuif, p. 18
Dat griefde Flinx tot op zijn min of meer egalitaire bot.*

Het was ingewikkeld; Flinx waren alle mensen gelijk, maar, nu ja, een sergeant was overduidelijk niet zo gelijk als een kaptein en een kaptein was niet zo gelijk als een commandeur en wat Korporaal Bobo Bollebos betrof . . . tja, niemand kon de gelijke zijn van Korporaal Bobo Bollebos.
Snuif, p. 24
en nauwgezet vloeistoffen in een glazen schudbeker zag schenken.†

Metaal zou in deze omstandigheden niet passend zijn. . . en ook niet veilig trouwens.
Snuif, p. 24
Heer Douwe Flinx en Commandeur Flinx en Zijne Genade de Hertog van Ankh*

Om van Bordenwisser Flinx, een befaamd figuur in de dwergse gemeenschap, maar te zwijgen.
Snuif, p. 29
De bottelier ging niet met zijn rug naar Flinx toe staan, en dat was een hele opluchting.*

Van Wichelen was een uitstekende bottelier en/of persoonlijke bediende als de gelegenheid daarom vroeg, maar in zijn lange loopbaan was hij ook een geestdriftig straatvechter geweest en hij wist genoeg om nooit met zijn rug naar iemand toe te staan die een wapen bij zich kon dragen.
Snuif, p. 31
filosofische conundra*

Naderhand verwonderde Flinx zich erover dat Van Wichelen de juiste meervoudsvorm had weten te gebruiken, maar ja dat kreeg je ervan; als iemand veel rondhing in huizen met een heleboel boeken, dan kreeg je daar toch iets van mee, net als dat trouwens bij Flinx zelf was gebeurd, nu hij erbij stilstond.
Snuif, p. 38
voor het geval het een gecamoufleerde* moord was,

Stadswachters hadden meer dan eens een handgeschreven afscheidsbrief gevonden die bij nadere beschouwing niet het goede handschrift vertoonde.
Snuif, p. 45
met zijn makkers nog tot het ochtendgloren Varkenszadel* speelde

Varkenszadel werd rond het Jaar van de Wezel bedacht door de Eerwaarde Jozef "Oorzakelijkheid" Robbesom, voorganger van de Allerheiligen en De Drie Zondaren kerk in de gemeente Laag Overstek. Voor zover uit aantekeningen van zijn tijdgenoten kan worden opgemaakt valt het spel te beschouwen als een mengsel van knibbelen, halma en brandewijn. Regels zijn niet bekend, voor zover die al ooit bestaan hebben.
Snuif, p. 46
En om een gelukkig huwelijk gelukkig te houden liet hij Sibil, met queue* en al, binnen

Sibil had aan Flinx uitgelegd dat ze zich in landelijke streken ten minste tien jaar ouderwetser kleedden dan in de stad, vandaar de queue, en voor Flinx een kniebroek: zo'n ouderwets geval met een klep van voren en van achteren en een beetje een verontrustende geur.
Snuif, p. 81
Alle lang getrouwde stellen hebben zo hun codes. Een klassieke is er een die de vrouw in beleefd gebrabbel gebruikt om haar echtgenoot te waarschuwen dat hij zich door haastig aankleden of verstrooidheid dreigt bloot te geven in zijn kruisregionen.*

Zie dr. Audi Aankoop: Het tocht hier en honderdzevenentwintig andere waarschuwingen voor genante toestanden in gezelschap (Uitgave Gesloten Universiteit).
Snuif, p. 88
Ankh-Meurbork ... er was zelfs een bloeiende, als je dat zo kon zeggen, stank-verzamelhobby* ontstaan,

Het was Flinx volstrekt een raadsel want hij was er absoluut zeker van dat het onmogelijk was om verschil te ruiken tussen een kippenscheet en een kalkoenenscheet, maar er bestonden mensen die zeiden dat ze dat wel konden, en hij was blij dat zulke mensen deze uitlaatklep voor hun verbijsterende neigingen kozen in plaats van, bijvoorbeeld, hun aanrechtkastjes te vullen met mensenschedels, die ze op de hoofdstraat hadden verzameld.
Snuif, p. 108
En de kolonel, die veel tijd doorbracht met nadenken*,

Omdat hij nooit erg lang aan het woord mocht blijven.
Snuif, p. 114
het geurige Magazijn van Bijstermans Goochum*.

De vierde Goochum die het tabaksmagazijn en de snuifmolen dreef vond zijn voornaam te onbeduidend en om de een of andere reden koos hij de naam 'Bijstermans' - die inderdaad tamelijk veel aanzien kreeg dankzij het succes van zijn tabakshandel, die door de hogere burgerij en anderen uitermate hogelijk werd gewaardeerd. En daarna was er altijd ten minste één Bijstermans in elke generatie van de familie (hoewel meisjes meestal Bijstervrouws genoemd werden).
Snuif, p. 120
Er klonk een rinkeltje en er flitste een glimmertje*

Een glimmertje is eigenlijk een visueel rinkeltje.
Snuif, p. 131
dat schrijvers de hele dag champagnedrinkend rondhingen in een kamerjas.*

Wat natuurlijk volkomen waar is.
Snuif, p. 160

Terug naar het boek: Snuif